Gepubliceerd op: 28 februari 2025
Maakbaarheidscheck van plooidelen in Sophia®
Happy Feature Friday!
In deze editie gaan we dieper in op de maakbaarheidscheck van plooidelen in Sophia®. We vertellen u:
- Wat deze ‘check’ is,
- Wanneer die wordt uitgevoerd,
- Wat er precies wordt gecontroleerd en
- Hoe u dit terugziet in onze online software Sophia®.
Wat is de maakbaarheidscheck?
Wanneer u in Sophia® tekeningen uploadt van onderdelen die geplooid moeten worden, voert de software automatisch een controle uit. Deze controle noemen we de ‘maakbaarheidscheck’.
Hiermee controleren we of uw getekende plooidelen voldoen aan onze plooiregels en daadwerkelijk op onze plooibanken gemaakt kunnen worden.
Komt uw tekening niet door de controle? Dan vertellen we u met een melding wat het probleem is en geven we aan wat u in de tekening moet wijzigen om het wél maakbaar te krijgen.
Wanneer wordt de controle precies uitgevoerd?
De validatie wordt direct bij een onderdeel uitgevoerd nadat het materiaal en de dikte zijn toegekend.
U ziet rechts van elk onderdeel in uw project middels een kader of de validatie is gelukt.
Een groen kader betekent dat uw onderdeel maakbaar is. Een rood kader betekent dat uw onderdeel niet maakbaar is en aanpassingen nodig heeft.
Wat wordt er precies gecontroleerd?
De maakbaarheidscheck controleert uw tekening op zes belangrijke plooirichtlijnen:
- Is de minimale beenlengte lang genoeg?
- Is er voldoende ruimte tussen de eerste en tweede zetting van een Z-buiging?
- Is er voldoende afstand tussen twee buiglijnen?
- Vallen de buigingen binnen de minimale en maximale buighoek?
- Zorgen gaten in de buigzone voor problemen?
- Treedt er collisie op met het gereedschap van de plooibank?
1. Is de minimale beenlengte lang genoeg?
Om een zetting uit te kunnen voeren hebben we een minimale beenlengte nodig. Het is immers belangrijk dat de plaat aan beide kanten voldoende op de matrijs ligt. De minimale beenlengte wordt bepaald door de hoek van de zetting, het materiaal en de dikte van de plaat.
In onze aanleverspecificaties vindt u een overzicht van de minimale beenlengte per metaal en plaatdikte.
2. Is er voldoende ruimte tussen de eerste en tweede zetting van een Z-buiging?
Twee opeenvolgende zettingen in tegengestelde richting noemen we een Z-buiging. Om een goede Z-buiging te maken, moeten we de minimale afstand tussen de eerste en de tweede zetting aanhouden. Doen we dit niet? Dan botst de eerste zetting met de matrijs.
In onze aanleverspecificaties vindt u een overzicht van de minimale afmetingen voor een Z-buiging.
3. Is er voldoende afstand tussen twee buiglijnen?
Om meerdere zettingen naast elkaar te kunnen maken is het belangrijk dat de vorige zetting voldoende op de matrijs rust. Daarom is een minimale afstand tussen twee buiglijnen noodzakelijk. Is die afstand er niet? Dan kunnen we de zetting niet plaatsen. Het onderdeel zal namelijk in de matrijs schuiven.
In onze aanleverspecificaties vindt u een overzicht van de minimale ruimte tussen twee zettingen.
4. Vallen de buigingen binnen de minimale en maximale buighoek?
Om een zetting aan een onderdeel te geven wordt de plaat met een stempel in een V-vormige matrijs geduwd.
De buighoek wordt kleiner naarmate we de plaat dieper in de matrijs duwen. De dikte van een plaat heeft hier ook invloed op. Een dikkere plaat kan namelijk minder diep in de matrijs worden geduwd.
De V-vormige matrijs heeft een hoek van 30°. Deze hoek kan echter nooit worden gehaald, omdat de plaat altijd ongeveer 7° terugveert. Daarom is bij dunnere platen (tot en met 4 mm) de maximale buighoek 37°. Bij dikkere platen is zit zelfs 67°.
Bovendien moeten we ook rekening houden met de lengte van het uitstekende deel van het te plooien onderdeel. Indien dit deel langer is dan 58 mm kan de zetting maximaal 70° bedragen om te vermijden dat het tegen de onderbalk van de plooibank aankomt.
In onze aanleverspecificaties vindt u een overzicht van minimale en maximale buighoeken.
5. Zorgen gaten in de buigzone voor problemen?
Sophia® staat bij geplooide onderdelen alleen gaten binnen de buigzone toe, als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
- De diameter van het gat is kleiner dan 5 mm.
- De som van de diameters van alle gaten en sleuven binnen die buigzone bedraagt niet meer dan 10% van de totale lengte van de zetting.
- De som van de diameters van de gaten en sleuven binnen een lengte van 100 mm bedraagt niet meer dan 10 mm of 10% van die lengte.
Voldoen de gaten in uw tekening niet aan bovenstaande voorwaarden? Dan geeft Sophia® u hiervan een melding. U kunt ervoor kiezen om uw tekening aan te passen of de melding (op eigen risico) te accepteren. Lees hier meer over in deze blog.
In onze aanleverspecificaties vindt u een overzicht van al onze richtlijnen over gaten in de buigzone.
6. Treedt er collisie op met het gereedschap van de plooibank?
Wanneer u een onderdeel met de vorm van een U-profiel wil maken, kan dat alleen als het onderdeel tijdens het plooien niet in aanraking (= collisie) komt met het gereedschap of de plooibank.
Met onze U-profiel checker controleert u op voorhand of uw onderdeel in collisie zal treden met ons gereedschap.
We plooien staal en aluminium tot 6 mm en RVS tot 5 mm met een D-10 stempel. Deze stempel heeft een knik die meer ruimte geeft aan het eerste gebogen flens. Bij dikkere materialen gebruiken we weer een rechte R-10 stempel om overbelasting te voorkomen.
In onze aanleverspecificaties vindt u een profiel van beide stempels in een geschaalde tekening, zodat u de haalbare breedte/hoogte-verhouding kunt controleren.
Meldingen in Sophia®
Dankzij de maakbaarheidscheck kunnen we u via Sophia® direct feedback op uw tekening geven. Dat doen we als:
- Uw getekende plooideel na controle niet maakbaar blijkt.
- We de maakbaarheidscheck niet hebben kunnen uitvoeren.
1. Getekende plooideel is niet maakbaar
Blijkt uw getekende plooideel niet maakbaar? Dan wordt dit rechts van het onderdeel weergegeven met een rood kader.
Als u op deze melding klikt opent er een pop-up. U ziet links de plaatuitslag van het onderdeel en rechts beschrijven we de problemen met potentiële oplossingen.
Hieronder ziet u een voorbeeld waarbij de Z-Buiging niet door de controle is gekomen:
Meestal moet u de tekening aanpassen en opnieuw uploaden. Via deze pop-up kunt u het foutieve onderdeel ook direct verwijderen.
Wilt u meer weten over een specifieke melding? Ga dan naar onze blog met een overzicht van alle foutmeldingen bij plooien voor meer informatie.
2. Maakbaarheidscheck is niet gelukt
Het kan ook voorkomen dat onze online software Sophia® uw 3D-bestand niet kan uitlezen en daardoor geen maakbaarheidscheck kan doen. U krijgt dan rechts van het onderdeel een oranje kader te zien. Klikt u daarop, dan ziet u deze melding:
NB: De melding is oranje. Dat betekent dat u de bestelling – op eigen verantwoordelijkheid en zonder maakbaarheidscheck – kunt doorzetten.
Hier ligt altijd een tekenfout aan ten grondslag. In deze blog hebben we de drie meest voorkomende fouten met bijbehorende oplossingen beschreven.
Het kan onverhoopt voorkomen dat uw 3D-tekening een fout heeft, maar dat de maakbaarheidscheck hier geen melding van geeft. In dat geval zullen onze medewerkers dit vóór productie ontdekken en terugkoppelen aan onze programmeurs. Zij stellen vervolgens een maakbaarheidsrapportage voor u op, waarin staat aangegeven wat u in uw tekening moet aanpassen. Na deze aanpassingen dient u de tekening opnieuw in Sophia® te uploaden en uw bestelling nogmaals te plaatsen.
Vragen over de maakbaarheidscheck?
We maken deze Feature Friday zodat u nog makkelijker en efficiënter met Sophia® kunt werken. Bedankt voor uw tijd en tot de volgende Feature Friday. Heeft u nog opmerkingen of vragen? Neem dan contact met ons op.
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe, verbeterde en bestaande Features in Sophia®? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!
