Onze online software Sophia® is erg gebruiksvriendelijk. Desondanks kunt u tijdens het gebruik toch tegen een aantal problemen aanlopen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, is het goed om van tevoren uw tekening te controleren. Met behulp van deze drie tips kunt u als nieuwe gebruiker op een zo goed mogelijke manier met Sophia® aan de slag gaan!
De kleuren in Sophia® geven het onderscheid weer tussen de verschillende lijnen in uw tekening. Het is dus goed om te controleren of de snijlijnen, graveerlijnen en markeringen als zodanig worden herkend. In onderstaand overzicht ziet u welke kleur welke betekenis heeft.
Zwart |
Snijcontouren Ter hoogte van de zwarte lijnen wordt het onderdeel uit de totale plaat gesneden. Voor zowel de omtrek als sleuven en gaten is dit het geval. |
Geel |
Graveerlijnen Het graveren van lijnen kan nuttig zijn als positiehulp. Voor identificatie kan het nuttig zijn om tekst te graveren. Let er wel op dat hier slechts twee lettertypes geschikt voor zijn. |
Oranje |
Markeringen Markeren wordt ook wel piercen genoemd en wordt toegepast als een gat te klein is om met behulp van een laser te snijden. |
Blauw |
Bovenzijde van de plaat De blauw gekleurde zijde in Sophia® is de bovenkant van de plaat. Als u b.v. graveringen in uw onderdeel gebruikt, houd er dan rekening mee dat dit aan de bovenkant van de plaat zit. U kunt de plaat handmatig draaien. Bekijk onze Feature Friday: platen draaien voor meer informatie. |
Paars |
Startpunt Dit is het punt waar de laser begint met snijden. U kunt dit handmatig instellen. Bekijk onze Feature Friday - startpunten instellen voor meer informatie. |
Grijs |
Negeren U kunt lijnen negeren in Sophia®. Erg handig als draadintersectie optreedt. Bekijk hoe u deze optie gebruikt in onze blog. |
Komen er gaten voor in uw tekening, dan is het goed om na te gaan of de snijcontouren op de juiste manier herkend worden. Dit, om te voorkomen dat uw gat ten onrechte gepiercet wordt in plaats van gesneden.
Komt u er tijdens het controleren van uw tekening achter dat de snijcontouren niet juist getekend zijn? Dan is het goed om te weten dat u dit nog eenvoudig kunt verhelpen. Het is altijd verstandig om hiervoor de richtlijnen bij plaatlasersnijden in acht te nemen.
Zo leest u hier alles over de vereiste diameter van gaten bij de verschillende plaatafmetingen. Afhankelijk van de plaatdikte en de gebruikte snijmethode dient de diameter van het gat ergens tussen de 0,5 mm en 15 mm te liggen. Tekent u een gat met een diameter kleiner dan dat, dan wordt dit automatisch gezien als piercing. Dit is een verdiept puntje in het metaal dat dient als centerpunt om achteraf zelf een gat te kunnen boren. Dergelijke gaten zijn namelijk te klein om met een laser te snijden.
Ook wordt in deze richtlijnen duidelijk waar u zich aan moet houden bij het tekenen van graveerlijnen. Deze lijnen mogen bijvoorbeeld de buitencontour van de plaat niet raken of kruisen en ook dient in het geval van een STEP-bestand de gravering ten minste 0,2 mm verdiept te worden getekend. Houd er rekening mee dat een graveerlijn onderbroken getekend dient te worden om te voorkomen dat deze als snijlijn gezien wordt.
U herkent de bovenkant van uw plaat in Sophia® aan de blauwe kleur. De grijze kleur representeert de onderzijde van het metaal. In sommige situaties is het gewenst om de plaat om te draaien, bijvoorbeeld wanneer één van de zijdes in het zicht komt. De onderkant van de plaat kan namelijk licht beschadigd raken tijdens het productieproces, omdat deze op het bed ligt. Er zijn ook nog andere situaties denkbaar waarin u zou willen kunnen bepalen welke zijde de bovenzijde representeert, namelijk:
In Sophia® is het mogelijk om uw plaat om te draaien. In een van onze edities van Feature Friday over het omdraaien van platen, leggen we u stapsgewijs uit hoe dit in zijn werk gaat.