Plooien. Buigen. Kanten. Dit zijn verschillende termen voor eenzelfde bewerkingstechniek waarbij het plaatmateriaal blijvend wordt gevormd. Eenvoudig gezegd wordt het plaatmateriaal tegen de aanslag onder een pers gelegd en wordt het materiaal in de gewenste hoek gevormd. Maar plooien is een zeer nauwkeurige bewerkingstechniek en ook vanuit esthetisch oogpunt erg interessant, omdat er geen lasnaden zichtbaar zijn. In deze blog leggen we u de techniek verder uit en zoomen we in op de vereiste afstandslengte tegen de aanslag waarmee u in uw technische tekening rekening dient te houden.
Voor het plooien wordt gebruik gemaakt van een plooi-of kantbank. De plooibank is een pers met een bovenmatrijs (stempel) en een ondermatrijs (V-groef). In onderstaande foto is dit onderdeel 1 en onderdeel 2. Vervolgens is er de metalen plaat die gebogen moet worden (onderdeel 3) en de aanslag (onderdeel 4).
Foto 1. De 4 onderdelen bij het plooien
De plaat die gebogen moet worden, wordt door een operator tussen de bovenmatrijs en de ondermatrijs geplaatst, tegen de aanslag (foto 2). De bovenmatrijs drukt vervolgens de plaat tegen de ondermatrijs, waardoor de plaat in de gewenste hoek gebogen wordt (foto 3).
Wanneer de bovenmatrijs helemaal naar onderen is gebracht en de plaat op de juiste wijze is vervormd, wordt de bovenmatrijs weer naar boven gehaald en in de beginpositie gebracht. De onderste matrijs blijft altijd in dezelfde positie. De operator bewaakt de kwaliteit en stelt indien nodig de machine bij, zodat u altijd het gewenste eindproduct ontvangt.
Het is erg belangrijk dat voor een juiste aanslag de afstandslengte tegen de aanslag goed in de tekening is opgenomen. Als dit niet het geval is, dan krijgt u een maakbaarheidsrapportage van ons met de melding ‘geen goede aanslag’. De gewenste buiging kan dan niet uitgevoerd worden; er is geen goede aanslag.
Voor een goede aanslag hebben we minimaal een rechte aanslaglijn van 20 mm evenwijdig aan de plooilijn nodig. In de productie moet het materiaal recht tegen de aanslag gedrukt kunnen worden om op de juiste plek de buiging te krijgen, zie foto 2.
Als de aanslaglengte korter is, verschuift het materiaal en dat heeft een scheve plooibewerking tot gevolg, zie onderstaande illustratie (bovenaanzicht). De rechte aanslaglijn van 20 mm is dus een vereiste voor een goede plooibewerking.
Illustratie 1. Scheve plooibewerking door foute aanslag
De vereiste van een rechte aanslaglijn geldt ook voor ronde plaatmaterialen. Hiertoe zijn er 2 oplossingen.
Oplossing 1
Er wordt een rechte aanslaglijn gecreëerd. Hiertoe is minimaal een aanslaglijn van 20 mm nodig evenwijdig aan de buiglijn. Zie onderstaande illustratie (bovenaanzicht).
Oplossing 2
Is het niet mogelijk om een rechte aanslaglijn te creëren, zoals bij onderdelen die rond moeten blijven of onderdelen met smallere uiteinden, dan kunnen er ook nokjes toegevoegd worden. Nokjes tot maximaal 40 mm uit elkaar (één aanslag), of minimaal 200 mm uit elkaar (twee aanslagen), zie onderstaande illustratie (bovenaanzicht).
Zoals gezegd is plooien vanuit technisch oogpunt een interessante bewerking en zijn er veel zaken die er toe doen. Op het moment dat u uw offerte aanvraagt, controleert Sophia® in real-time of de tekening voldoet. Deze maakbaarheidscheck controleert uw tekening op de volgende zes richtlijnen:
Minimale beenlengte
Minimale afmeting bij een Z-buiging
Minimale afstand tussen twee buiglijnen
Minimale/Maximale Buighoek
Minimale afstand gat tot de buiglijn
U-profiel checker (collisie met gereedschap en machine)
U leest er hier meer over in Feature Friday nummer 4.
Heeft u naar aanleiding van deze blog nog vragen of lukt het na het lezen van deze blog nog niet om uw product in Sophia ® te uploaden? Neem geheel vrijblijvend contact met ons op.